Eend

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Bestrooi de eenden van binnen en van buiten royaal in met zout en peper.

Rasp de helft van de gember en de rabarber grof. Meng ze in een kom met de helft van de salie, knoflook en uien en vul daar de holtes van de eenden mee.

Leg de eenden in een bakblik en braad ze 1 uur in de oven, verlaag dan de temperatuur tot 150 graden en laat ze nog eens anderhalf uur braden tot ze krokant en mals zijn.

Tijdens het braden moet je het vet misschien wel 3 keer in een kom afgieten. Het heldere vet, dat je goed kunt gebruiken om in te bakken, komt vanzelf bovendrijven.

De eenden zijn klaar wanneer het vel krokant is en de poten makkelijk loslaten.

Als ze eenmaal gaar zijn moet je de eenden even op een warm bord laten rusten terwijl je de saus maakt.

Giet achtergebleven vet uit het bakblik. Haal al de vulling met sap uit de eend en leg dat in het bakblik. Verhit het bakblik op een matig vuur, giet de Marsala erbij en roer al het aanbaksel los van de bodem van het bakblik. De vlam kan in de pan slaan, dus pas op je wenkbrauwen.

Doe je bouillon erbij en laat het vocht inkoken tot het een goede smaak en consistentie heeft. Giet het door een grove zeef. Met een mes kan je gemakkelijk de borst van het karkas lossnijden, de pootjes doe je gewoon met je handen. Verdeel het vlees op de borden.

Om het af te maken moet je de rest van de gember fijnsnijden en in een beetje olie in een koekenpan met anti-aanbaklaag bakken. Als het begint te verkleuren mag de rest van de fijn gesneden rabarber erbij en kun je het samen met de rest van de salie bakken tot alles krokant is. Strooi dit over de eend heen en giet over dit alles je smakelijke saus: een bijzonder en verrukkelijk recept!